Rol van de Verenigde Naties
Zou de Rwandese genocide eerder gestopt kunnen zijn door de VN of de rebellen?
Op 5 oktober 1993 werd de missie UNAMIR (United Nations Assistance Mission for Rwanda) gestart. Dit was om de spanningen tussen de Hutu’s en de Tutsi’s te onderdrukken. Iedereen was het eens dat er een neutrale partij moest zijn die de vrede zou bewaren.
België trekt zijn troepen terug
Als reactie op het neergestorte vliegtuig van president Habyarimana op 6 april 1994 begonnen de Hutu’s met de Rwandese genocide. De soldaten van UNAMIR en hun generaal Dallaire hadden het hierdoor moeilijk. Ze waren namelijk licht bewapend en slecht onderhouden. Dallaire wilde niet dat de nieuwe president ook vermoord zou worden en gaf dus tien soldaten de opdracht om hem te beschermen. Deze tien soldaten werden jammer genoeg onderschept en gegijzeld, en de president en haar man werden vermoord. Diezelfde dag werden de tien gegijzelde soldaten dood terug gevonden. Omdat dit Belgische soldaten waren trok België zijn mannen terug.
VN neemt Dallaire’s fax niet serieus
In januari werd Dalaire benaderd door een man genaamd: Twatzine. Hij vertelde Dallaire over een pand vol met wapens wat een grote bedreiging vormde voor alle Tutsi’s. Dallaire stuurde daarom dus op 9 januari een nood-fax met een rapport over de nieuwe informatie naar de DPKO (Department of Peacekeeping Operations). Zij zijn verantwoordelijk voor het opzetten,
plannen, beheren en leiden van de VN-vredesoperaties. Dallaire vroeg in dit rapport om extra mannen en toestemming om de wapendepots aan te vallen. Ze bespraken Dallaire’s rapport en besloten om zijn aanvraag te weigeren, omdat ze ervan overtuigd waren dat dit geen teken van neutraliteit en onpartijdigheid was. Drie maanden later werden hoogstwaarschijnlijk diezelfde wapens gebruikt om vele Tutsi’s te vermoorden. Op het punt dat de genocide op zijn hoogst bezig was werden de laatste Belgische soldaten teruggehaald, waardoor Dallaire met maar 270 slecht bewapende mannen achter bleef.
Operatie turquoise
Later werd ‘Operatie Turquoise’ gestart. Hierbij werden 2500 Franse soldaten met veel goede wapens naar Rwanda gestuurd om een ‘’safe zone’’ te creëren. De Franse soldaten namen 20% van Rwanda in beslag en zorgden dat daar vluchtende Tutsi’s naartoe konden gaan. Het was alleen wel jammer dat de missie een militair karakter had en zo dus niet heel goed voor de Tutsi’s kon zorgen. Er waren geen bussen of auto’s om gewonde genocide slachtoffers te vervoeren en de Franse soldaten hebben ook niet goed gelet of er Hutu’s binnen kwamen. Er werd namelijk ook in de ‘’safe zone’’ gemoord. De moordenaars gingen dus niet alleen door met moorden maar profiteerden dus ook van de noodhulp.
Weggegooide kansen
De genocide had zeker wel verkort kunnen worden.
Ten eerste had de VN heus wel wat meer mannen kunnen sturen want het is niet zo’n ongelooflijk goed plan om slecht voorziende en slecht bewapende mannen maar een gebied met veel spanningen te sturen.
Ten tweede had België niet al zijn mannen gelijk terug moeten trekken maar eerder om hulp van andere landen moeten vragen, want zo geef je ook een slappe indruk tegenover de Hutu’s.
Ten derde had de VN naar Dallaire moeten luisteren, want hij was de enige die door had dat de wapens een verschrikkelijk teken waren. Als ze hadden ingegrepen waren er niet zo veel mensen vermoord, hadden de Hutu’s minder wapens en dan waren de mensen die de aanval met die wapens planden waarschijnlijk afgeschrikt.
En ten slotte hadden de Franse soldaten wat georganiseerder kunnen vertrekken, want wat daar gebeurde was echt een slappe vertoning. Ze hadden wat beter op wapens moeten checken, want sommige Hutu’s werden zonder controle op wapens binnen gelaten.

De fax die Dallaire stuurde in januari
Maak jouw eigen website met JouwWeb